Het onderwijs in programmeren maakt een wezenlijk deel uit van elke informatica-opleiding. Veel opleidingen kiezen ervoor dit onderwijs te schoeien op objectgeoriënteerde leest. Voor studenten die voor het eerst met dit paradigma geconfronteerd worden blijkt het vaak lastig te zijn zich een voorstelling te maken van wat er bij de uitvoering van een programma nu precies gebeurt.
Leerlingen in alle profielen van de tweede fase voortgezet onderwijs kunnen sedert 1998 kiezen voor het examenvak Informatica. De helft van de scholen biedt het vak aan. Het aantal leerlingen dat Informatica kiest op die scholen is gemiddeld 19%.
De invoering van Informatica verliep niet probleemloos. Aanvankelijk ontbrak het aan lesmaterialen en voldoende gekwalificeerde docenten. Inmiddels zijn er drie volledige lesmethoden beschikbaar en 300 docenten omgeschoold. De invoering van de vernieuwde tweede fase bleek met veel problemen gepaard te gaan.
Gerlof Donga, coördinator onderwijs Information Engineering, Almere
Samenvatting:
In veel ICT-opleidingen wordt objectoriëntatie als aanvulling op een bestaand onderwijsprogramma aangeboden. Daarmee wordt een andere invalshoek geboden. In Almere is objectoriëntatie echter de basis van het onderwijsprogramma. Vanaf de start van de opleiding krijgen studenten te maken met objectgeoriënteerd modelleren en realiseren. In een aantal gevallen wordt ook vakoverstijgend gewerkt. Zo wordt bijvoorbeeld de module requirements gegeven door twee docenten waarvan de een uit het vakgebied communicatie afkomstig is en de ander uit het vakgebied informatica.
Bert Pinkster, Instituut voor Information Engineering, Almere
Samenvatting:
Het onderwijs werkt nog veel met begrippen als leerjaar, klas, onderwijsprogramma, college en collegerooster. Al deze zaken vertragen het vergaren van individuele competenties door studenten. In het Instituut voor Information Engineering is een aantal oplossingen ontwikkeld om studenten een meer individueel gerichte opleiding te bieden, waarbij versnellingsmogelijkheden reëel aanwezig zijn. Bert Pinkster (docent informatica IE) schetst de situatie in Almere met co-makers, 3 onderwijsfasen, flankerend onderwijs, vakoverstijgende colleges, werkgroepen en team floor teaching (TFT).
Meisjes zijn nog steeds niet geïnteresseerd in informatica. Dat is een van de conclusies uit het rapport 'Het Imago van I' van het HBO-I. Dit samenwerkingsverband van hbo-informaticaopleidingen in Nederland heeft in 2001 onderzoek gedaan naar de aantrekkingskracht van informatica(opleidingen) onder scholieren in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Alhoewel het beeld dat jongeren van informatica hebben, de afgelopen jaren is verbeterd, blijft het vakgebied kampen met een hardnekkig technisch imago dat met name meisjes afschrikt.
In 1999 becijferde het Ministerie van Economische Zaken in het rapport 'Deltawerkers voor de digitale delta' dat het tekort aan gekwalificeerd ICT-personeel zou leiden tot een verminderde jaarlijkse groei van het BNP met zo'n 15 miljard gulden. De daarna opgerichte taskforce besloot onder meer dat er een grote inhaalslag moest komen om ICT te integreren in de curricula van de niet-ICT opleidingen. Het pilotproject HEO-ICT heeft tot opdracht om dit te doen voor het economisch HBO.
'Inleiding op de Informatie Ethiek (InEt)', geeft de inhoudelijke en didactische achtergronden van dit nieuwe onderwijsprogramma voor 3e/4e jaars studenten van de Academie voor Informatietechnologie & Management te Breda (HSBrabant).
In deze presentatie geeft de inleider vooral aandacht aan:
. transformerende invloed van ict,
. procesdenken als een behulpzaam kader voor morele creativiteit,
. programma-opbouw van InEt,
. praktische 'alledaagse' morele ontwikkelingen bij studenten,
. toepassing in praktika en afstudeertrajecten, en
Harm Weistra gaat in op de rol van e-learning. Centraal staat de vraag of e-learning op een dood spoor zit. Kunnen de belangrijkste beloften worden waargemaakt:
1. personalisatie, afgestemd op persoonlijke leerbehoefte/leerstijl
2. flexibiliteit: leren wanneer en waar je wilt
3. lage prijs: goedkoper dan traditioneel opleiden
Harm Weistra signaleert trends en wijst nieuwe wegen om e-learning succesvol te laten aansluiten bij ontwikkelingen in de maatschappij.
dr. Caroline Nevejan, directeur Onderwijsresearch en Ontwikkeling, Hogeschool van Amsterdam
Samenvatting:
Door het ontstaan van de virtuele ruimte zijn onze handelings- en communicatieperspectieven veranderd. Het verlangen naar ware kennis en inzicht vraagt om nieuwe vormen van leren en communiceren.
Bij het nadenken over de vraag van de maatschappij en het bedrijfsleven naar competenties op het gebied van ICT, ziet Tom Rodrigues dat er nog veel moet verbeteren in het ICT-onderwijs. Wat er gebeurt komt te laat en is niet passend. Er is in het onderwijs absoluut onvoldoende besef en aandacht voor de alles veranderende impact van ICT op machtsrelaties, rol van plaats, ruimte en tijd.
De aandacht voor techniek van informatica moet worden omgezet naar aandacht voor de gevolgen van ICT en de noodzaak andere competenties te bevorderen.