In het Nederlands hoger onderwijs wordt de komende jaren de bachelor/masterstructuur ingevoerd. Deze invoering verplicht alle opleidingen opnieuw na te denken over doelstellingen, opzet en vorm van het onderwijs.
Tegelijkertijd worden de beroepsprofielen die in de ict-praktijk worden gehanteerd steeds vaker competentiegericht ingevuld en is er steeds vaker behoefte aan mogelijkheden voor life long learning.
Het vak "beheer" wordt vaak ervaren als een saai vak, zowel om te geven als om te volgen. Ondanks verwoede pogingen van collega's blijft het lastig om het gedachtengoed van professor Looijen of de "best practices" van ITIL aan de studenten te presenteren op een manier die aanspreekt. En dat terwijl een eenmaal ontwikkeld stuk software of infrastructuur jarenlang "in beheer" blijft. Het ononderbroken beschikbaar zijn van een IT omgeving is voor veel bedrijven inmiddels van levensbelang.
Het ontwikkelen van betrouwbare en kwalitatief goede software is voor veel organisaties van groot belang. Veel aandacht is er voor de verbetering van het softwareontwikkelproces, waarvoor het Capability Maturity Model (CMM) gebruikt wordt. Daarnaast ontstaat echter ook de behoefte om de persoonlijke vaardigheden van software engineers te verbeteren. Met Personal Software Process Improvement (PSPI) staat deze zelfverbetering centraal.
De sectie "Management van Technologie" binnen de faculteit Technologie, Bestuur en Management van de Technische Universiteit Delft experimenteerde met een raamwerk waarmee docenten een lesmodule met abstracte materie kunnen ontwerpen voor digitale leeromgevingen.
Belangrijk onderdeel van het raamwerk is de mogelijkheid voor docenten om de voortgang van studenten op een gestructureerde wijze te kunnen volgen. De studenten werken online samen in kleine groepjes aan opdrachten waarin zowel het individuele als het groepswerk bijdraagt aan het eindcijfer.
Anton van Kan, Koningin Wilhelmina College, Culemborg
Samenvatting:
In de lesboeken Informatica wordt van het programmeren vooral de theorie behandeld. Aangezien informatica ook en vooral een praktisch vak is, was dit voor veel docenten een probleem.
De methode Informatica (Edu'Actief) is voor de eerste maal volledig herzien en er is gekozen voor een didactische aanpak waar de leerling centraal in staat. Naast het schrijven van een goede methode besteden de schrijvers ook aandacht aan de docent omdat zij weten dat de docenten hun opleiding pas hebben afgesloten of er nog moeten beginnen.
Op grote schaal zijn scholen en bedrijfsopleidingen zich aan het oriënteren op de inzet van e-learning en met name elektronische leeromgevingen. Het inzicht groeit dat elektronische leeromgevingen in aanvulling op het contactonderwijs een grote rol gaan spelen, omdat deze het enerzijds mogelijk maken flexibele opleidingstrajecten te organiseren en anderzijds een bepaalde innovatie binnen een opleiding kunnen ondersteunen, zoals competentiegericht leren. Een probleem daarbij is dat veel opleidingen moeite hebben e-learning of competentiegericht opleiden concreet vorm te geven.
Life long learning en functie gericht opleiden wordt in de IT industrie steeds belangrijker. Om ervoor te zorgen dat medewerkers een training krijgen die aansluit op hun werkzaamheden dien je allereerst in kaart te brengen wat zijn werkzaamheden kennisniveau dienen te zijn. Een belangrijk deel van deze functieomschrijvingen zijn 'hardskills'. In samenwerking met de IT industrie wordt er op dit moment gewerkt aan een website die een standaardisering nastreeft voor functieomschrijvingen.
Iedereen wordt tegenwoordig geacht om met computer te kunnen werken, vooral basiskennis over PC's en softwareprogramma's zoals van Windows, Microsoft Office, Internet en dergelijke. Ieder zal ook als hem of haar gevraagd wordt geneigd zijn te zeggen dat ze er redelijk mee overweg te kunnen. In het snel ontwikkelende informatiemaatschappij, is het echter van groot belang dat deze vaardigheden goed beheerst worden zodat men behendig informatie kan verkrijgen, bewerken, presenteren en delen.
Is innovatie überhaupt inspirerend? Worden HBO-ers gehinderd door oud denken? Hoe krijg je studenten aan het (virtueel) leren? Waarom is spieken leerzaam? Is er nog wel plaats voor de huidige educatieve uitgevers? Is er nog wel toekomst voor de HBO-docent? Hoe krijg je zicht op nieuwe taken van opleiders? En hoe innoveer je succesvol?