De auteur heeft onderzoek gedaan naar de verschillende inzichten en opvattingen over het vak informatica in het vo. Daarbij heeft hij informatici uit vo, hbo, wo, lerarenopleiding en auteursteams gevraagd om zevenendertig stellingen op een specifieke wijze te sorteren, volgens de regels van de Q-methodologie. Deze stellingen betroffen het vak informatica, de plaats van het vak en de rol van de docent. Negenenvijftig aangeschrevenen hebben de Q-sort ingevuld. Door clusteranalyse is gezocht naar punten van overeenstemming en van verschil, naar groepen gelijkgezinden en naar thema’s waarover groepen het eens zijn. De antwoorden clusterden tot vier factoren die ruwweg te benoemen zijn als de wetenschappelijke kijk, de docentvisie, de nononsense visie en de vernieuwersvisie. Bij iedere factor zijn kenmerkende en onderscheidende stellingen aangegeven.