Bij steeds meer beroepen is de computer een essentieel gereedschap. De eisen die aan werknemers gesteld worden qua vaardigheid om dit gereedschap te gebruiken zijn daardoor sterk toegenomen, en stijgen nog steeds. Zo is een tweede, groeiende digitale kloof ontstaan, tussen degenen die zelfstandig en efficiënt hun taken met behulp van een computer uitvoeren, en degenen die weliswaar geen digibeet zijn, maar evenmin voldoende vaardig zijn om zonder hulp te functioneren. Dat vertaalt zich in grote maatschappelijke kosten (vele miljarden euro’s door improductiviteit), in stress en in security-risico’s.
Scholen hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid om de achterstand in te lopen. Door adequate training van digitale vaardigheden als basiscompetentie krijgt de Nederlandse werknemer ook internationaal weer een gelijke uitgangspositie. Certificering van digitale basisvaardigheden moet dan net als taal en rekenen verplicht deel uitmaken van het curriculum. Essentieel is daarbij dat internationaal erkende standaarden worden gebruikt, zoals het ECDL en het EQF.