In de presentatie zullen enkele recente ontwikkelingen in het onderwijs worden besproken die alle duiden op het opener worden van de omgeving waarin leerlingen werken. Onder open verstaan wij een omgeving die de leerling de mogelijkheid biedt zelf leerdoelen vast te stellen, zelf de daarbij behorende leerroute te definiƫren en zelf te bepalen waar en wanneer hij of zij tijd aan leeractiviteiten besteed. Om tegemoet te komen aan de grotere inbreng die de leerling in een dergelijke open leeromgeving zal hebben, zal het design van zulke omgevingen het gezichtspunt van de leerling in het ontwerp moeten betrekken. In ons model van een open leeromgeving onderkennen wij naast de leerling zes functies
waarmee de leerling direct te maken heeft: 'tutor', 'monitor', medeleerlingen, leermateriaal, informatiebronnen en gereedschap.
De tutor vormt de pure onderwijsfunctie. De monitor biedt de leerling de mogelijkheid inzicht te verwerven in de voortgang van het leerproces. De medeleerlingen functie geeft leerlingen de mogelijkheid samen te werken met anderen. Het leermateriaal bevat de te bestuderen stof. De informatiebronnen geven toegang tot extra informatie buiten de eigenlijke leerstof. De gereedschap functie tot slot geeft algemeen gereedschap, zoals een rekenmachine, of tekstverwerkingsprogramma, dat de leerling kan gebruiken tijdens het leren. Deze zes functies vervullen verschillende rollen in het leerproces. Het zijn abstracte rollen, de functie van bijvoorbeeld medeleerling kan door een echte medeleerling worden
vervuld, maar ook als computerprogramma worden gerealiseerd.
We beschrijven kort welke activiteiten de leerling zou moeten kunnen uitvoeren in interactie met de verschillende functies.
We bespreken vervolgens hoe kan worden nagegaan of de leerling problemen kan ondervinden bij het uitvoeren van activiteiten. Door steeds uit te gaan van wat de leerling doet en beoogt te bereiken met een activiteit houden we het gezichtspunt van de leerling centraal. Het inventariseren van mogelijke problemen geeft verdere sturing aan het ontwerpproces. Welke activiteiten vinden leerlingen in een bepaalde situatie moeilijk om uit te voeren en wat voor ondersteuning kan vanuit de omgeving worden geboden om problemen te ondervangen?
Een van de problemen waar we op in zullen gaan, ligt in het feit dat leerlingen vaak of geen gebruik maken van de functies die worden geboden, of niet op een effectieve manier omgaan met de aanwezige functies. Het is dan ook onvoldoende om de leerling toegang te bieden tot functies zonder de leerling te stimuleren en te helpen bij het effectief gebruik van zulke functies. Tot besluit vatten we de stappen die een ontwerper van een open leeromgeving zou moeten nemen samen in de vorm van een aantal concrete richtlijnen.