Een belangrijke toepassing van de computer in de natuurwetenschappelijke vakken vindt men bij het computer ondersteunde practicum, ook wel aangeduid met MBL (Micro-computer Based Laboratory). Door een directe koppeling aan het experiment kan de computer een aantal taken enorm verlichten en verbeteren: data-acquisitie, grafieken maken, dataverwerking. In het begin van de jaren '80 werden relatief kleine en specifieke programma's ontwikkeld. Vanaf 1988 is door de Universiteit van Amsterdam gewerkt aan de ontwikkeling van een open omgeving, waarin verschillende programma's samenwerken en flexibel kunnen worden aangepast aan de specifieke situatie.