Terwijl over de stand van zaken ten aanzien van sekseverschillen in participatie en prestaties in ICT-gebruik langzamerhand gegevens beschikbaar komen, bestaat er veel minder inzicht in de achtergronden en oorzaken daarvan. Ook maatregelen die erop gericht zijn de participatie en resultaten van meisjes te verbeteren, zijn in Nederland nog nauwelijks uitgeprobeerd en geƫvalueerd. Nederland loopt internationaal gezien niet voorop met de invoering van ICT in het onderwijs (Pelgrum & Plomp, 1991). Dat betekent dat het zinvol is om in het buitenland te rade te gaan als men een ongunstige positie van meisjes op dit terrein wil voorkomen.