De ontwikkelingen in de informatietechnologie worden beheerst door twee trends. De eerste is dat het domein waarop informatietechnologie wordt toegepast, zich uitbreidt. De tweede is een zich wijzigende verhouding tussen marktpartijen.
Van data tot kennis
In plaats van het ene woord informatie te gebruiken, is het zinnig onderscheid te maken tussen data, informatie, ervaring en kennis. Vier begrippen, die in zekere zin in elkaars verlengde liggen. De basis wordt gevormd door gegevens. Gegevens worden soms gebruikt bij het nemen van een beslissing. dan noem ik het informatie. Beslissen leidt tot het opdoen van ervaring en de evaluatie daarvan leidt tot kennis. In de afgelopen decennia is de ontwikkeling van de informatietechnologie langs dit tritsje gegaan. In den beginne waren er de transactieverwerkende systemen: registratie van gegevens voortkomend uit transacties. Later werden die gegevensbanken met wisselend succes toegankelijk gemaakt voor beslissers om er informatie uit te putten. In de loop van de tachtiger jaren kwamen er ontwerpen voor decision support systemen die waren gericht op veelzijdige ondersteuning van beslissers. vergelijkbaar met het hebben van veel ervaring. Als laatste ontstonden expertsystemen en (ruimer) kennissystemen waarin, zoals de naam al aangeeft, kennis wordt opgenomen. Het klassieke begrip informatietechnologie wordt geacht al deze toepassingen te dekken; het is duidelijk dat er soms sprake is van terminologische overschatting (transactieverwerkende "informatie"systemen) en soms van onderschatting (intelligente "informatie"systemen). We moeten onderscheid maken tussen verschillende soorten technologieën: data-, informatie- en kennistechnologie. Momenteel is datatechnologie grotendeels geautomatiseerd: het ontwerpen en implementeren van databanken wordt rijkelijk ondersteund met workbenches en CASE-tools. Het ontwerpen van informatiesystemen is wat betreft de informatieanalyse deels handwerk, maar de rest van het traject is vergelijkbaar met het ontwerpen van een databank. Bij decision support systemen is er sprake van grootschalig gebruik van standaardprogramma's, zoals spreadsheets, databankpakketten en presentatieprogramma's, waarin de gebruiker gedeeltelijk zijn eigen weg vindt, zij het met regelmatige ondersteuning van een helpdesk. Kennissystemen tenslotte zijn, vooral door de aard ervan, maatwerk dat grotendeels handmatig door de kennistechnoloog moet worden uitgevoerd.
Van push naar pull
De gebruikers worden mondiger, weten steeds beter wat ze wel en vooral wat ze niet willen. Dus wordt de consument belangrijk. De technology push is veranderd in een demand pull. Daardoor is de term informatie" technologie" te beperkt geworden. In de toekomst ligt de nadruk niet op de techniek, maar op de toepassing ervan.
De beslisser staat centraal in het toepassen van automatisering. Een beslisser kampt met een tekort aan kennis omtrent de mogelijkheden die worden geboden bij beslissingsondersteuning. In de praktijk zie ik ietwat hulpeloze gebruikers met wat vuistregels een beperkt deel van hun standaardpakket gebruiken onder een niet optimaal geïnstalleerde versie van Windows. Ik denk dat zonder degelijk onderbouwd advies van een deskundige de gebruiker suboptimaal werkt.
Het is de deskundigheid van de automatiseerder dat hij weet van de manieren waarop beslissingsprocessen, al dan niet ondersteund door computers, kunnen worden verbeterd. Een dergelijke deskundige noem ik niet meer informatietechnoloog; het is een informatiekundige: iemand die inzicht heeft in de manier waarop een menselijke beslisser bij het uitvoeren van zijn taak gebruik maakt van gegevens, informatie, ervaring en kennis. En die op basis van dat inzicht de beslisser kan adviseren en het advies kan omzetten in een ontwerp voor een geautomatiseerd systeem.
Conclusie
De 'ouderwetse' informatietechnoloog is een beperkte automatiseerder; de moderne informatiekundige is de adviseur die adviseert hoe een beslissingsproces beter is uit te voeren. Beter? Ja, in de betekenis van efficiënter, effectiever, rijker, meer mogelijkheden biedend en daar een verstandig gebruik van makend. De informatietechnologie heeft het probleem "hoe komt een beslisser aan gegevens" opgelost. De informatiekundige heeft nu tot taak het probleem op te lossen "hoe haal ik uit die rijstebrijberg van gegevens efficiënt en effectief de informatie die ik nodig heb" en in het verlengde daarvan "met welke kennis en op welke manier kan ik het beste dit probleem oplossen".