De Nederlandse overheid heeft in 1984 het startsein gegeven voor het zogenaamde NIVO-project (Nieuwe Informatietechnologie Voorgezet Onderwijs). Dit project had verschillende doelen. Een van die doelen was het verstrekken van apparatuur aan de deelnemende scholen. De scholen voor het voortgezet onderwijs werden vrij plotseling geconfronteerd met een hoeveelheid computers die binnen de vakken gebruikt konden worden. In de praktijk gaf en geeft dit aanleiding tot grote organisatorische problemen. Wanneer en door wie worden bijvoorbeeld supplies aangeschaft voor de verkregen computers? Op deze en nog vele andere vragen heeft de huidige onderwijsorganisatie geen afdoend antwoord.