In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs zal per augustus 1998 het nodige gaan veranderen. Op inhoudelijk gebied zal de keuzevrijheid worden beperkt. De helft van de leerstof zal voor alle leerlingen gelijk zijn. Daarboven worden er 4 profielen aangeboden: techniek, gezondheidszorg, economie en cultuur. Nog belangrijker lijken de veranderingen op het pedagogisch-onderwijskundige vlak. Minder klassikaal les. Minder luisteren. Meer aandacht voor kennis toepassen en samenwerking. Actief en zelfstandig leren. Deze nieuwe leeromgeving wordt aangeduid met studiehuis. In dat studiehuis spelen zowel de mediatheek als de computervoorzieningen een centrale rol.
Bij dat nieuwe leerproces dient de leerling vaker individueel of in groepjes problemen op te lossen. Daarbij is naast doorzettingsvermogen de juiste mix nodig van creativiteit en beschikbare kennis. Men onderscheidt eigen kennis, kennis van anderen (groepsleden, docent) en gedocumenteerde kennis. De docent treedt terug als kennisbron, het verwerven van kennis uit de documentatie neemt in belangrijkheid toe. Collectiemanagement en informatievaardigheden, de mogelijkheid van de leerling om adequaat te werken met de collectie zijn cruciaal.
Goed collectiemanagement probeert een optimale, evenwichtige documentatie, kennisverzameling op te bouwen, te beheren en in te zetten met de beschikbare, beperkte middelen. Die collectie bestaat ten dele uit fysiek aanwezige boeken, tijdschriften, video's en CDRoms. Tot de collectie behoort ook, via ICT, de toegang tot elektronische bronnen, waarbij voorselectie op relevantie, kwaliteit en kosten uitermate belangrijk is. Bij collectiemanagement gelden de vaksecties als domeinspecialisten. De bibliothecaris adviseert, coƶrdineert en integreert. Daarnaast onderhoudt deze het contact met de openbare bibliotheek.
Bij informatievaardigheden gaat het onder andere om bewustheid van de omvang van de documentatie, kennis van de structurering, mogelijke discrepantie tussen gevonden informatie en relevante informatie. Bij kennisbronnen spelen mee allerlei kwaliteitsaspecten, zoals objectiviteit, dekking, beschikbaarheid, controleerbaarheid. Bij de formulering van zoektermen is bekendheid met woordsystemen en thesauri gewenst. Zoeken dient methodisch te gebeuren, en dat is iets anders dan dwalen langs de stellingen of zappen op Internet. Serendipity blijft belangrijk. Hoe nieuwe informatie te integreren met bestaande. Tenslotte en zeker niet het onbelangrijkste, het kunnen omgaan met de ICT voorzieningen zoals Windows, tekstverwerkers, elektronische catalogi en internetsoftware .
Zowel collectiemanagement als informatievaardigheden zijn kritische succesfactoren voor het slagen van het studiehuis. Beide kunnen vanuit zowel de mediatheek als vanuit de informatica benaderd worden. Bovendien hebben beide disciplines helaas zeer beperkte middelen en aandacht. In samenwerking kunnen zij een essentiƫle bijdrage leveren. Samen ijveren voor voldoende budget voor collectiemanagement in brede zin, inzet van professionele (HBO) mensenkracht, zowel schoolmediathecaris als informaticus toevoegen aan het schoolteam, meer aandacht voor zowel ICT -vaardigheden als informatievaardigheden in het leerplan. In het kader van low budget automatiseren van de catalogus is het gratis cataloguspakket CDS/ISIS een optie. Ontwikkeld door Unesco, wereldwijd zeer veel gebruikt. Met enige investering kan dit een standaard worden. Gratis en goed.
Kortom, informaticadocent, kies uw partner en ontwikkel een belangrijke bouwsteen voor het studiehuis.