Leerlingen krijgen meer en meer te maken met activerende didactische werkvormen en open leercentra waarin zelfstandig of met kleine groepen aan opdrachten wordt gewerkt. Dit vraagt het vermogen om een informatiebehoefte te onderkennen, in vragen te vertalen, informatie op te sporen, te beoordelen, verwerken en er over te kunnen communiceren: Informatievaardigheden. De onderwijsraad constateert in het rapport Webleren (2003) dat het onderwijs vaak tekort schiet in het ontwikkelen van deze vaardigheden bij leerlingen.
De Open Universiteit ontwikkelt, samen met de Hogeschool van Utrecht (in het project Informatievaardigheden voor VO en BVE), hulpmiddelen voor docenten in het VO en BVE voor het ontwikkelen van Informatievaardigheden bij leerlingen. Deze hulpmiddelen bieden geen ‘panklare’ oplossing. Daarvoor is problematiek in iedere schoolsituatie te zeer verschillend. Wel kan op basis van een systematisch overzicht aangegeven worden welke oplossingen reëel zijn en wat er moet gebeuren om ze te realiseren.
In de workshop willen we de tussenresultaten toetsen aan uw inzichten. Vragen daarbij van onze kant zijn oa:
. Wat wordt onder informatievaardigheden verstaan? (We staan wat langer stil bij de Amerikaanse discussie over Fluency in IT.)
. Hoe kan informatievaardigheden een plek in het schoolcurriculum krijgen (vindt u bijvoorbeeld Informatiekunde een goede plek, of prefereert u bijv. een vakoverstijgende aanpak)?
. Welke scenario’s ziet u voor u bij zijn bij de introductie van informatievaardigheden?
. In welke mate zijn docenten en leerlingen informatievaardig (genoeg) en kan dat wel goed worden beoordeeld?
. Welke knelpunten ziet u voor een systematische ontwikkeling van informatievaardigheden (school, docent, leerling)?
. Kan scholing voor docenten een bijdrage leveren voor deze ontwikkeling?