Wat verwacht het onderwijs van elektronische media?

Auteur(s): 
prof.ir. J.A. Dinklo, Directeur, ITEM - Bureau voor Informatietechnologie & Elektronische Media
Samenvatting: 

Technologische ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie en telecommunicatie maken het mogelijk om alle vormen van informatie eenvoudig te distribueren, beschikbaar te stellen en te presenteren. Daarbij is het mogelijk om met elkaar op ieder moment en op iedere plaats te communiceren. Nieuwe informatie-infrastructuren, aangeduid als elektronische of digitale snelweg spelen hierbij een belangrijke rol. Aanpassing, uitbreiding en opwaardering van huidige netwerken zoals het telefoonnet en kabel-TV convergeren in de richting van een open, breedbandig, digitaal, geschakeld netwerk voor tweerichtingsverkeer.
Integratie van informatievormen zoals teksten, gegevens, beeld en geluid met de daaraan gekoppelde interactieve functies van creatie, opslag, transport bewerking en presentatie wordt multimedia genoemd. Het digitale aspect van multimedia, de digitalisering van de verschillende informatievormen, heeft grote consequenties voor markt, maatschappij, industrie en ook voor het onderwijs. De gevolgen van deze ontwikkelingen zijn niet te overzien, maar iedereen hoopt er beter of zelfs gelukkiger van te worden. Met name overheden zijn sterk geïnteresseerd in nieuwe media en zien er mogelijkheden in om hun problemen op te lossen. Nieuwe media en infrastructuren kunnen dan mede de basis vormen voor een gewenste, duurzame economische groei, werkgelegenheid, concurrentiepositie en verbeteringen op het gebied van de gezondheidszorg en het onderwijs. Organisaties gaan of moeten zich aanpassen om adequaat op de nieuwe ontwikkelingen in te haken. Dit geldt voor bedrijven maar ook met name voor het gehele onderwijsveld.
De architectuur van het gebruik van nieuwe elektronische media kan eenvoudig voorgesteld worden aan de hand van een zogenaamde waardeketen. In de basisvorm van deze keten onderscheiden we drie hoofdelementen, te weten:
- de informatie, software of inhoud;
- het distributie en communicatiesysteem ofwel de infrastructuur;
- het gebruik.
Als belangrijkste componenten in de dienstenketen herkennen we dan de leverancier van de inhoud ('information provider'), de dienstenleverancier ('service provider'), de netwerkexploitant en de interface naar klant, consument, burger en student, thans veelal nog de TV, PC en telefoon, maar in de nabije toekomst in nieuwe vormen.
De wensen en de behoefte van de gebruiker bepalen uiteindelijk de vorm, inhoud en prijs van de diensten. Het lijkt dus voor de hand te liggen dat de manier waarop scholieren en studenten kennis en vaardigheden verwerven wel eens ingrijpend zouden kunnen veranderen. Deze veranderingen gelden dan niet alleen de vorm en inhoud van het onderwijs, maar ook tijd en plaats waar onderwijs gegeven en genoten wordt, hetgeen consequenties heeft voor allen die in het onderwijs werkzaam zijn. Het toepassen van informatietechnologie en het gebruik van elektronische media kan de problemen binnen het onderwijs niet zonder meer opheffen. Wel kan het een stimulans zijn om traditionele, niet meer functionerende, vastgeroeste structuren aan te pakken, te veranderen en te verbeteren. Vrijwel alle studenten van universiteiten en het HBO hebben toegang tot Internet en op lagere en middelbare scholen wordt Internet steeds meer gebruikt. Vele scholen voeren reeds educatieve projecten uit met andere scholen en communiceren via e-mail. Computergebruik is geen hobby meer van enkele docenten en leerlingen. Internet en CD-ROM worden onderdeel van de curricula van vrijwel alle vakken. Meer dan honderd middelbare scholen en vijftig lagere scholen hebben een plaats op Internet gevonden. De digitale school is realiteit (http://digischool.bart.nl) en onderwijs in Cyberspace dreigt realiteit te worden (http://www.worldaccess.nl/~veluws/dinklo.htm).

Doelgroep: